Wuller-de-wust Tjibbe en Tjobbe doken in Nederland voor het eerst op in 1966 in het verhaal 'Wuller-de-wust’. In dit verhaal valt Broer Konijn in de honing die hij van meneer en mevrouw Beer gestolen heeft. Als hij daarna ook nog door de bladeren rolt, lijkt hij meer op een monster dan op een konijn. Broer Konijn besluit – ondeugend als hij is – om wat bosbewoners de stuipen op het lijf te jagen. Maar als hij dit bij de familie Beer probeert, hebben Tjibbe en Tjobbe al snel door dat ze niet met een écht monster te maken hebben! Je kunt dus wel zeggen dat de twee beertje een stuk slimmer zijn dan hun vader! 

School

Tjibbe en Tjobbe gaan naar de school in het bos. Ze zijn klasgenootjes van Wolfje, Knir, Knar en Knor. Als ze net zo goed hun best doen als Wolfje, is het niet vreemd dat ze slimmer zijn dan hun vader Bruin Beer!

Winterslaap

Toch worden ze ook weleens beetgenomen. In 1954 houdt Midas Wolf de familie Beer voor de gek. Hij probeert ze in winterslaap te krijgen door veren voor het raam te strooien zodat het lijkt alsof het sneeuwt. Als Tjibbe en Tjobbe deze ‘sneeuw’ zien, kruipen ze direct in bed om aan hun winterslaap te beginnen. Zodra de hele familie slaapt breekt Midas Wolf in om al hun eten te stelen. Maar dat loopt natuurlijk niet goed af!

Babybeertjes

Tjibbe en Tjobbe hebben niet altijd al hun naam gehad. In het begin werden ze voornamelijk aangesproken als ‘de babybeertjes’. In de meeste verhalen zijn Tjibbe en Tjobbe met z’n tweeën, maar in het verhaal ‘The perfect dog’, blijken er opeens vier berenbroertjes te zijn!